Er was een walvis
een hele grote
vlak onder het wateroppervlak
Er was een grote, grote zee
en een pier liep naar het onbekende
Ik liep daar, mijn hart bonkte
Het water overspoelde soms
het plankier
Ik was me
zéér bewust
van het enorme zeedier
Was het vriendelijk of nors ?
Had het honger, dorst ?
Bonkte mijn hart
bijna mijn borstkas uit
Keek ik uit
over die watervlakte
en liep jij heel ver,
heel ver wég van mij.
De walvis die sprong
boven water uit
Het was stil
Ik riep je naam
Kom nou!
kijk nou hoe bijzonder
maar jij keek in de verte
zag geen donder
van het wonder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten