Het is zo plechtig, zo verheven:
niemand laat er 'ns 'n wind
Dát is wat ik zo jammer vind.
Waar is de mens'lijkheid gebleven ?
Jaja, die kerkse kerels : vroom
verbergen zij elke natte droom.
Maar hunne gulpen spannen :
ook zíj zijn immers mannen !
Amsterdam, 18-12-'96
Geen opmerkingen:
Een reactie posten